Hartritme stoornis

Over de tekening:
Mijn strenge ik vond dat ik deze niet mocht doen omdat ik op oudjaarsdag al een bomen reflectie in water had gedaan. Ik luister niet zo vaak meer naar mijn strenge stem, dus hier is ie. De foto was zo veel mooier! Echt heel bijzonder als die kleuren en die rimpels, vooral als je inzoomt. Maar dan had ik ál die golfjes één voor één moeten tekenen. Dat is behalve niet te doen ook niet mijn steil. Ik liet mijn hand weer kiezen en ik vind dat het goed uitpakte.  

Ik had ook weinig tijd. Ik heb vandaag mijn “elektro cardioversie” gehad. Een stroomstootje om mijn hart weer in ritme te laten kloppen. Het is gelukt. Maar dat was het de vorige keer ook en toen duurde dat naar drie dagen. Ik hoop heel erg dat het nu langer goed blijft gaan.
Ik voel me onrustig als mijn hart hartkloppingen doet. Het is net alsof ik zenuwachtig ben. Soms krijg ik zelfs de nijging om te zoeken waar ik zo zenuwachtig voor ben. Vroeger waren er redenen zat, dus het is een heel vertrouwd gevoel. Nu moet ik mezelf steeds geruststellen dat er niks is, alleen mijn hart dat wat raar klopt. Het zou fijn zijn als ik dat vals alarm kwijt ben. We gaan het zien. Ik ben moe, ik moest zeer vroeg op, en het was best een enerverende dag, ook al ben ik even lekker weg geweest met een “roosje”. Ik werd lekker groggy wakker, relaxed, een beetje high zelfs. Dat is nu weg, ik ben nu gewoon saai moe. Ik ga naar bed.

Ik weet dat ik beloofd heb geen plannen te maken en vroeg naar bed was gewoon een goed plan. Maar ik bleef wakker en maakte een gedicht. Soms vind ik moe zijn gewoon lastig.

 

Ik had het zo mooi bedacht,

ik zou alleen maar zijn.

Want daarin zit toch al mijn kracht?

 

Maar scheppingsonrust houdt mij tegen.

Hoofd en hand willen bakens slaan

om niet weg te drijven

in de zee van alleen maar zijn.

Ik heb mijn talent toch niet voor niets gekregen?

 

De onrust die zich eerst nog

door mijn lijf heeft laten bezweren

wil zonder teugels ,zonder zadel,

desnoods de overprikkeling in galopperen.

 

Mijn hart houdt zich vast

en kijkt me vragend aan:

“wat ik in godesnaam nog moet bewijzen?”

En ik antwoord: “Mijn bestaan!”

 

Neergelsagen en toch glanzend

Over de  tekening:
Met deze ben ik wel weer blij. De foto maakte ik zondag toen het zo mooi weer was. Dit is vanaf de Kerk terug richting Westerbouwing over het Kerkepad. Ik wilde die platgeslagen bosjes planten tekenen(daar is een ander woord voor wat ik met geen mogelijkheid kan vinden nu). Ze zijn ondanks hun neergeslagenheid zo mooi bleek groen dat ze bijna wit zijn. Klanzend in de zon. Ik heb steeds wat meer wit toegevoegd, en schaduw, nadat ik al klaar was. Ik ben nog steeds te voorzichtig. Bij deze tekening leerde ik meer te durven.
Wat ik ook had willen veranderen is de richting waarin ze neerhangen. Dat is nu naar rechts, maar dat in de richting van het veld gemoeten, schuin omhoog. 
Ik vind hem leuk. Ik kan dus ook fouten maken zonder mijn lol in een tekening te verliezen.

 

Ik ontkom niet aan een vergelijking. Ik voelde me gisteravond platgeslagen, maar ik weet nu dat ik ook dan mooi ben. Het was somber weer vanmorgen. Ik sliep lang uit en begon laat met de tekening. De zon kwam achter de wolken vandaan en ik werd steeds blijer met  wat ik onder mijn handen vandaan zag komen. Ik was er zo mee bezig dat ik de tijd vergat, ik moest me haasten naar pleinwacht. Inmiddels was het gewoon zonnig!

Er is een meisje dat me elke dag even een snelle, en soms war langere omhelzing geeft. Ik vind het dierbaar. Ze gaf me een cadeautje voor mijn verjaardag.  Zo veel liefde, ik werd er nóg blijer van. 

Zoals zo vaak merk ik dat ik opgetild wordt als ik eerst mezelf optil. Dan zie ik opeens overal de signalen van liefde. Het is er, maar ik moet mezelf optillen om het te kunnen zien. 

Mezelf vieren

Over de tekening: 
Dit is misschien mijn lelijkste tekening tot nu toe. Ik wist net zo min als gisteren hoe ik dit zou doen. En in tegenstelling tot gisteren is het vandaag niet gelukt. Ik verloor ook de moed om er nog iets van te maken omdat ik de juiste kleuren niet kon vinden. Ik ben kleurenblind dat als ik een krijtje neerleg en ik even later dezelfde kleur nodig heb, ik hem niet kan terugvinden als ik niet precies heb onthouden waar ik die neergelegd heb. 
Er is ook niet iets wat wel gelukt is in deze tekening en dat maakt me een beetje verdrietig.

Het is mijn verjaardag en ik wil niet verdrietig zijn. Dus heb ik lekkers gekocht om het te vieren. Er werd op ‘mijn school’ voor me gezongen, en mijn Ex kwam langs met een mooi cadeau: wazen, want ik heb nooit iets om bloemen in te doen.
Het was dus best een mooie dag, maar nu is het donker. Het was al heel vroeg donker door het slechte weer.
En daar zit ik dan, in het donker, moe, alleen en met een tekening waar ik niet blij van wordt.
Dit zijn de momenten die moeilijk zijn. Ik ben te moe om te lezen, ik kan geen films of series zien om me af te lijden. Deze week komen er nog twee spannende dingen die hun schaduw vooruit werpen. Donderdag krijgt mijn hart weer een schokje om het weer de juiste maat te laten slaan, en vrijdag heb ik een keuring bij het UWV.
Ik kijk naar de bloemen die ik kreeg en omarm mezelf met compassie. Ondanks mijn vermoeidheid en de somberheid die dat met zich meebrengt vind ik de kracht om mezelf te vieren. Mezelf moet daar even heel hard van huilen.
“Dat mag”, fluister is mezelf toe: “ik ben trots op je.”

Metamorphosem

Over de tekening:
En vandaag ben ik wel weer verrast. Ik wilde ook tekeningen waaraan te gunt zien hoeveel hoogteverschil hier is als ik wandel. Dat is een van de prachtige extraatjes hier, ook extra vermoeiend, dat ook.
Maar die zijn zo lastig qua perspectief. Ik telende deze al eerder in potlood, en nu ik beter naar de foto kijk zie ik dat ik daar de plank volledig missloeg. Maar, verrassing: het werkt wat ik deed, het perspectief, maar ook de kleuren die ik koos. Het pat leek me moeilijk. Ik hielde het heel simpel en het werkt!
 
Ook de simpele stroken wit langs de takken werken. Geen ingewikkelde schaduw maar wat slordige toetsen, en het werkt! Bijzonder.

Geen linkje naar de foto vandaag, maar gewoon iets ander.

Ik ben weer begonnen met Metarmorphosen. Dat wilde ik vorig jaar maar er kwam iets tussen. Ik wil de verhalen gebruiken als achtergrond van mijn verhalen uit “Onder de Radar” als avondvullende vertelling. Mijn idee was om Sahand Sahebdivani of Raphael Rodan te vragen dat te regisseren.

Met niet alleen mijn eigen metamorphose als thema. Het is groter:

“Niets blijft en niets vergaat” vind ik ook een bemoedigende boodschap voor de tijd waarin we leven. We zitten midden in een metamorphose. Het geeft veel verdriet, maar ik heb hoop dat het is om iets moois te bouwen. Verhalen over pijn en liefde, want pijn is liefde en verhalen over hoop. 

Dat tweede thema maakte me blij. Ik las vandaag weer teveel verdrietige verhalen over de wereld. Covid is nog lang niet weg, maar wat ik nog verdrietiger vind zijn de regeringen die ons in de steek laten, en gewoon achter het grote geld blijven staan. En ze laten de aarde zelf in de steek. Zulke berichten doen me afvragen waarom ik überhaupt nog plannen maak, nog teken, nog schrijf, nog wil vertellen. Dus een verhaal vertellen over hoop is een mooi plan.

Voor later.  Ik had mezelf beloofd al mijn plannen lost te laten. Dus voor nu gewoon dit boek lezen. Dat is ook pittig genoeg.

Laat ik niet vergeten te melden dat ik heel erg genoten heb toen ik mijn pleinwachtkinderen weer zag. De vakantie is voorbij en dat is fijn.

Willen of moeten

Over de tekening:

De Moestuin bij de Ouder Kerk van Oosterbeek. Het is een pluktuin, met een abonnement mag je daar je groenten plukken.  Hij zit op mijn meest gewandelde roet, naar de kerk en terug en steeds sta ik hier even stil om hem te bewonderen. Zelfs ontmanteld is hij mooi.
De tekening is onevenwichtig. Boven en onder passen niet bij elkaar. Maar deze stond al een tijdje op mijn verlanglijst om te tekenen. Wamt hij is mooi symbolisch: er is zijn donkere wolken maar er is ook blauwe lucht. En de moestuin is leeg, opgeruimd en licht te wachten tot alles weer kan bloeien in de lente en vrucht kan geven in de zomer en herfst.
Ik durfde hem steeds niet te tekenen omdat ik niet wist wat ik met die kale grond en de stapels moest. Dat weet ik dus nog steeds niet. Ik kom daar wel een keer achter, ik wilde daar niet op wachten om dit beeld toch vast te leggen.

Vandaag probeerde ik het verschil te voelen tussen de spanning om iets te moeten en de spanneming om iets te willen. Voor mij lijken ze op elkaar, en dat is niet zo gek. Ik heb zo lang mijn willen laten afhangen van wat ik vond dat moest dat die tweed in elkaar zijn vergroed.

De twijfel om deze tekening te maken is een mooi voorbeeld. Ik wil leren tekenen. De weg daar naar toe die ik koos was elke dag een tekening, en ontdekken wat er komt. En toen kwam daar iets bij, dit dagboek. Dat maakte het lastig om een dag over te slaan. Ik wist vanmorgen niet wat ik wilde tekenen. Deze had ik al overgeslagen omdat ik er nog niet klaar voor was, maar ik wilde ook even af van de luchten en de bomen. Mijn moeten zorgde ervoor dat ik hem toch koos. Of was het mijn wil om het te proberen? 

Dit is niet zo’n tekening waarmee ik mezelf verras. Het resultaat is niet “wow, het is zomaar gelukt”. Ik ben daar redelijk mild over, merk ik, en dat is misschien een teken dat het willen belangrijker was dan het moeten.

Ik vind het een mooie opdracht, deze winter: heel goed gaan voelen of mijn onrust, mijn nijging iets te gaan doen, voortkomt uit moeten of uit willen. 

Natschrift:
Het bleef zo mooi weer dat ik ben gaan wandelen. Naar de kerk en dus naar de tuin. Ik maakte foto’s. Ik weet nu hoe het beter kan. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik bij thuiskomst toch nog wat dingen toevoegde zodat het onderin iets minder kaal is.

 

Nog een toegifst:

Ik ben helemaal op de symbolische toer. Ik ben die moestuin. Ik zit te wachten op de tente om weer te gaan bloeien en om later te kunnen oogsten. 
Ik ben bezig met het grote opruimen vanbinnen. Allemaal oude shit die ik weg huil. Ik ga ook stapeltjes maken, en straks wil ik ze ook symbolisch verbranden, die oude pijn. 
Om het compleet te maken is er straks ook nog de vastentijd en een opstanding. Voor die opstanding lijkt me wel wat.

 

Streng zijn voor mezelf

Over de tekening:
Wat was ik boos en ontevreden. De wolken wilden niet zoals ik ze wilde. Het waren van die mooie rollende witte wolken met een grijze onderkant. Ik heb een heel extra papier volgemaakt en stuk wit krijt opgemaakt om uit te proberen. Ik stond zelfs op het punt om verf te gebruiken. Niets lukte. Toen ik de lucht af had en met Nijmegen begon was ik nog steeds zwaar ontevreden en zelf ronduit sacherijnig. Pas toen ik een foto had gemaakt werd ik was milder. Op een foto en met Nijmegen op de voorgrond viel het nog best mee. Heel langzaam krijg ik vrede met deze tekening.

Gek genoeg lukte Nijmegen zelf wonderwel. Ik had geen idee wat ik met doe huizen aanmoest. De foto was niet duidelijk want bijna geen enkele trein heeft nog schone ramen. Ik besloot het heel random te doen en slordig, en dat werkte.

 

Ik ben te streng voor mezelf, nog steeds, als ben ik eindeloos veel milder dan ik vroeger was. De verwachtingen voor deze tekening waren hoog. Ik had mijn eigen regel geschonden en het moest dus wel de moeite waard zijn. Mijn regel is dat ik alleen eigen foto’s gebruik (check, deze maakte ik vanuit de trein), en dat de onderwerpen op loopafstand van mijn huis zijn. Ze moeten weergeven waar ik wandel. Ik heb al eerder een keer Nijmegen getekend, en toen maakte ik een grapje dat ik daar nu naartoe zou mouten wandelen deze zomer. Ik kan best luchtig doen en relativeren, maar ergens in mijn blijft iets knagen. Dat iets wilde ik koest krijgen door iets bijzonders van de tekening te malen.

Op een zelfde manier verg ik nog steeds teveel van mezelf. Ik was zo vreselijk streng voor mezelf dat het heel veel mildere dat ik nu ben, nog steeds te streng is. Laat ik nu eens lief zijn. Ik ben op de goede weg. Zoiets gaat ook niet een een keer, dat moet stapje voor stapje en ik heb al heel erg veel stappen gezet. Ik kom er wel. En deze tekening is goed genoeg.

Vooruitgang

Over de tekening:
Vandaag ging het niet vanzelf, de lucht. Ik moest goed kijken en nadenken. Dat is niet verkeerd. Deze lukt heeft meerder lagen, en meer kleuren. Dat is allemaal informatie die ik moet opzuigen voor later. Ik ben er niet ontevreden over. Mijn luchten beginnen langzaam ergens op te lijken.

 

Ik moet misschien meer stilstaan bij vooruitgang. 

Wat niet zo snel opvalt omdat dingen langzaam terug gekomen zijn, maar wat ik me vandaag besefte.

Ik zit in de trein van Wijchen naar Arnhem en in Arnhem zie ik opeens heel groot “Roermond” staan. Ik denk heel even dat ik in de verkeerde trein zit en besef dan dat dit de informatie is over de overstap mogelijkheden.Dat betekent dat ik achtergrondkennis heb: Er staat soms info over overstapmogelijkheden, de trein naar Roermond vertrekt inderdaad uit Nijmegen (ik weet zelfs welk perron).

Dit soort informatie was ik dus de eerste weken allemaal kwijt. De wereld was vol met ingewikkelde systemen die ik niet snapte. Ik besef nu dat sommige dingen dus gewoon weer automatisch goed gaan, en dat is goed om even bij stil te staan.

En het lukte me vandaag om langzaam te leven, om stil te staan bij de indrukken die ik op doe. Niet alleen bij de grote, mooie, subliem. Dat deed ik al. Ik stond vandaag ook stil bij de kleine onopvallende en besefte hoe vreselijk veel er bij me binnen komt en dat dat allemaal wat met me doet, ook al ben ik er niet van bewust. Vandaag was ik er van bewust en op een of andere manier geeft dat rust. Ze krijgen plek, en blijven niet als zoemende insecten in me rondvliegen tot ik van al die drukte iets moois maak. Nu mogen ze er zijn, ze zijn gezien, ze hebben aandacht gekregen en zijn nu rustig. Ze staan niet te dringen om nog op een of andere manier verwerkt te worden. Wat ik hier natuurlijk stiekem toch doe.  

Het is “beseffen” zonder “me”. Die ging nog niet automatisch goed. Ik zag hem pas bij het teruglezen. Maar dat soort foutjes maakte ik eerder ook wel. Het is mooi dat ik het alsnog zag. Veel spellingsregels zijn gewoon echt compleet weg en moet ik opnieuw inprenten, andere taal dingen zijn er nog wel.

Vergelijken

Over de tekening:
Voor het eerst liet ik mijn handen de lucht maken. Dat wilde ik, en het lukte dankzij het feit dat de foto heel onduidelijk was. Ik had die gisteren uit een rijdende bus genomen. 
Het is al dagen krijs. Vandaag was ik naar de Expo over Mondriaan en de Haagsche School, in Amerstfoort.
Het is al dagen krijs. De Hoogsche School laat zien dat grijs ook mooi kan zijn. Ik maakte mijn eigen Haagsche School en ik ben er best tevreden over. Het haalt het niet bij de echte schilders en dat vind ik niet zo erg, het is een tekening op zichzelf.

Dat niet erg vinden dat anderen beter kunnen tekenen kan ik alleen maar  omdat ik nog maar twee maanden bezig ben. Als beginner hoef ik het nog niet te kunnen. Maar vergelijken doe ik jammer genoeg op andere vlakken nog steeds. Niet altijd, maar soms.

Revalideren is niet alleen fysiek, maar ook psychisch, en het psychische gaat niet alleen maar over acceptatie van de gevolgen van mijn herseninfarct. De hele bubs aan al het onverwerkte en half verwerkte oude pijn en trauma komt langs. Nu is er de ruimte en de tijd voor, zullen we maar zeggen.

Revalideren is niet alleen fysiek, maar ook psychisch, en het psychische gaat niet alleen maar over acceptatie van de gevolgen van mijn herseninfarct. De hele bubs aan al het onverwerkte en half verwerkte oude pijn en trauma komt langs. Nu is er de ruimte en de tijd voor, zullen we maar zeggen.

 

Ik zat in de trein en als ik geen stress heb om ergens op tijd te moeten zijn vind ik treinen heerlijk. Je gaat vooruit zonder iets te doen. Je wordt gewiegd door de cadans, en het voorbij glijdende landschap is rustgevend om te zien. Ik doe het liefst niets in de trein, met geluid uit (ik kan dat met mijn CI’s) zitten en kijken en voelen, Vooral dat voelen. Vaak huil ik in de trein. Goede en nodige tranen.

 

Ik huilde dus, en mijn lieve stem koesterde me, en praatte heel zachtjes tegen met mijn verdriet. Dit is wat ze zij:

 

Hoi lieverd. Je doet het nog hè? Jezelf vergelijken met vrouwen die mooier zijn, en veel meer vrouw. Met mensen die dingen beter kunnen dan jij, met mensen die meer doen om de wereld te verbeteren dan jij.

Weet je, ik ga je niet zeggen dat je daar mee moet stoppen. Dat weet jij zelf ook best, en als je van mij moet stoppen ga je jezelf ook nog eens schuldig voelen als dat niet zo goed lukt.

 

Weet je nog toen je klein was, en een kennis van je ouders die iets deed met begeleiden van mensen bij je bed kwam en je wilde helpen? Want dat gevoel van tekortschieten is al zo oud.
Allen het hielp niet wat ze deed. Je moest van haar een lijst opsommen met alles waar je goed in was. Je noemde een paar dingen maar je geloofde er zelf niet in. Je deed het om haar niet teleur te stellen en zij dat het nu beter ging.

 

Het was veel fijner als je tante aan je voeteneind zat, de jongste zus van je moeder. Zei gaf je het gevoel dat ze het fijn vond om bij jou te zijn, van haar geloofde je dat. Ze las voor uit “Karslon van het dak” van Astrid Lindgren. Over een mannetje met een propeller op zijn rug die bevriend wordt met een jongetje. Dat jongetje was heel gewoon en onzeker, net als jij, en toch koos doe Karlson, die een overdoses zelfvertrouwen had die lang niet altijd gerechtvaardigd was, om bij dat jongetje te zijn. Zoals ook jouw tante het veestgerijs ontvloegte om even bij jou te zijn. Weet je nog hoe je samen moest lachen om dat boek. Weet je nog dat jullie over Winnie The Poo praatten omdat jullie daar beiden ook zo van hielden? Een beer met weinig verstand, en heel bescheiden omdat hij alleen maar gewoon zichzelf was. En toch was Janneman Robbinson het liefste bij Poo.

 

O lieverd, je wordt zo ontroerd als je boeken leest met dit thema, of films of series ziet. Je zit te huilen bij “Lampje” omdat twee verstoten kinderen elkaar vinden, en straks ga je vast weer, net als elk jaar in de lente “De geheime tuin” lezen, weer met hetzelfde thema.

 

Hoi lieverd, je bent niet alleen. Ik ben bij je. Je hebt Emma, en zij is het liefst bij jou.

 

Ik was blij dat het boemeltje van Ede-Wageningen naar Amersfoort er zo lang over deed. 

 

Kijken kost energie

Over de tekening:
Mijn straat. Dit zie ik als ik terugloop vanaf de Italiaanseweg, of als ik uit de bus stap. Daar rechts achter is mijn flat. Dit zijn de bomen wiens netwerk van takken, takjes, twijgen en twijgjes me zo vaccineren als ik in de winter naar buiten kijk. Ze komen vaak terug in mijn tekeningen.
Dit was heel veel werk. Het lijkt alsof je zomaar heel veel takken kunt tekenen. Maar ik hou goed bij van welke boom ze komen, en tot hoe hoog ze dan kunnen. En de takken achter de andere takken moeten ook echt achter die takken! 

Het deel van mijn hersenen dat de verwerking van visuele prikkels verwerkt is aangetast door het infarct. En daar hoort ook de aansturing van mijn ogen bij. In het begin had in een grote blinde vlek aan mijn rechterkant. Die is minder, maar kijken kot me nog steeds energie. Dat merk ik heel goed als ik op iets moet focussen. Door eindeloos te turen naar al die takken gingen mijn ogen zwabberen, dan keek ik opeens naar een tak recht van de tak waarnaar ik keek. Als ik dat lang doe, houd mijn rechteroog er gewoon mee op, en kijk ik dus scheel. Dat kost wel een paar minuten met mijn ogen dicht. Ik vind het nog steeds een beetje beangstigend.

Het betekend betekent ook dat ik ’s avonds niet zo lang meer kan lezen. Dat is lastig nu het zo vroeg donker is. Voor films en series kijken hen ik ondertiteling nodig omdat ik slecht hoor. Er is teveel achtergrondmuziek er zijn teveel geluidseffecten, zodat ik cruciale informatie mis als ik niet mee lees, en dat gaat dus niet want zo snel kan ik niet lezen. Bijzonder om te bedenken dat ik vroeger amper door had dat ik de ondertiteling las. Daar heb ik nog een lange weg te gaan. 

Boeken lezen gaat goed. Langzaam, maar snel genoeg om het gevoel te hebben dat ik lees, in plaats van dat ik huiswerk doe. 

Opstaan en vallen

Over de tekening:
Hier ben ik dus heel ontevreden over. I don’t know what I was thinking! Maar dat weet ik wel. Nog een keer terug naar de sneeuw en dan de bomen wat losser tekenen,
en eindelijk een keer de sneeuwbui zelf tekenen. Punt is dat ik die bomen helemaal niet losjes kan tekenen. Ik kan geen wit over donker doen en moet dus heel precies wit houden wat sneeuw moet worden. Hoer lukte me dat heel goed. (Tekening van de foto die op het zelfde moment gemaakt wordt, op iets andere positie).


Maar nu ging alles mis. Het begon al dat toen ik mijn setje grijze krijtjes pakte. Die zien er voor mij allemaal hetzelfde uit.  Pas als ik ze gebruik zie ik het verschil, dus ik probeer ze uit. Maar dat is niet genoeg, want als ik er met wit overheen ga, zijn het opeens verrassingskrijtkjes, ze laten dan pas hun echte kleur voor me zien.  Dit zijn ze:

 

Ik zie wel dat linksonder wat groenig is, en linksboven wat meer blauw, maar ze lijken voor mij dus echt heel erg op elkaar. De foto van de krijtjes zelf geeft voor mij al meer verschil dan ik in real-life kan zien.

De bovenkant van de tekening is veel groener dan ik wilde, de onderkant veel blauwer dan ik wilde.

En dan een les die ik bij het schrijven al leerde. “Echt gebeurt is geen excuus!” Het moet geloofwaardig zijn en het echte leven heeft soms ongeloofwaardige dingen die je dus niet kunt gebruiken. De sneeuwbui komt van links, en de sneeuw op de bomen is rechts. Dit was echt zo, ik zie het op de foto waar die ik voor de tekening gebruikte. Maar voor de kijker had ik de sneeuw de ander kant op moeten laten gaan. Nu zegt het brein: er klopt iets niet.

Het kost me heel veel moeite om los te laten hoe ik het wilde en deze tekening te zien met nieuwe ogen. Hoe langer ik er naar kijk, hoe mooier hij wordt, maar het gevoel van ontevredenheid heb ik nog niet van me af kunnen schudden.

 

Het proces van tekenen loopt gelijk op met het proces van mijn revalidatie. Natuurlijk, ik kom in beiden dezelfde Emma teken! 
In beide processen is het zo vreselijk moeilijk om verwachtingen los te laten en tevreden te zijn met wat is.
In beiden processen heb ik niet door hoe hard ik werk.
In beide processen vergeet ik dat het geen lineair proces is, het is opstaan en vallen.

En weer opstaan natuurlijk, maar daar heb ik nu nog even geen energie voor, wel het vertrouwen dat ik dat over een tijdje weer kan.